Scheefwonen

Scheefwonen is een term die in Nederland wordt gebruikt om situaties te beschrijven waarin mensen een woning huren die niet past bij hun inkomen. Daarbij kan een onderscheid gemaakt worden tussen goedkope scheefwoners en dure scheefwoners. 

Inhoudsopgave

    Voorbeeld 

    In een rustige woonwijk woont de familie De Vries al jaren in een sociale huurwoning. Meneer De Vries, een succesvolle IT-consultant, en mevrouw De Vries, een ervaren juridisch adviseur, hebben samen een jaarinkomen dat ruim boven de toewijzingsgrens voor sociale huur ligt. Ondanks hun financiële mogelijkheden kiezen ze ervoor om niet te verhuizen naar een woning in de vrije sector of een koopwoning, deels uit gemak en deels omdat ze zo flink kunnen sparen.

    Meer weten? Lees dan onze blog over de gevolgen van scheefwonen!

    Belangrijke kenmerken van scheefwonen

    • Lage huur voor een hoger inkomen: Huurders met een hoger inkomen blijven in sociale huurwoningen die bedoeld zijn voor lagere inkomens.
    • Beperkte doorstroming: Omdat deze huurders niet doorstromen naar andere woningen, blijft de beschikbaarheid van sociale huur beperkt voor degenen die het echt nodig hebben.
    • Ongelijke verdeling van woonruimte: Sociale huurwoningen worden onevenredig verdeeld onder inkomensgroepen, wat de woningmarkt verstoort.

    Oorzaken van Scheefwonen

    Er zijn verschillende oorzaken voor scheefwonen, die te maken hebben met zowel het gedrag van huurders als de structuur van de woningmarkt. Een van de belangrijkste oorzaken is dat sociale huurwoningen vaak veel goedkoper zijn dan huurwoningen in de vrije sector, waardoor huurders weinig reden zien om te verhuizen naar een duurdere woning.

    Goedkope scheefwoners

    De meest voorkomende vorm van scheefwonen is het goedkope scheefwonen. Dit houdt in dat mensen met een hoog inkomen (hoger dan € 44.655, -) wonen in een sociale huurwoning. Deze woningen zijn eigenlijk bedoeld voor mensen met een laag inkomen. Doordat steeds meer mensen met een hoog inkomen in deze woningen blijven wonen, blijven er niet genoeg sociale huurwoningen over voor de mensen die ze echt nodig hebben.

    Verklaringen voor goedkope scheefwoners

    Mensen met een hoog inkomen zouden eigenlijk moeten doorstromen naar een huurwoning in de vrije sector of naar een koopwoning. Dit gebeurt echter steeds minder en de redenen die mensen hiervoor hebben lopen uiteen. De overheid deed onderzoek naar de beweegredenen van huurders om niet te verhuizen en ze konden de mensen als volgt categoriseren:

    • De plakker: een huurder die niet wil verhuizen en die maar beperkt gevoelig is voor doorstroommaatregelen.
    • De klamper: een huurder die niet wil verhuizen, omdat er angst bestaat om de sociale binding te verliezen.
    • De spaarder: een huurder die bewust scheef woont om zo veel te kunnen sparen. Vaak om een huis te kopen op een later moment.
    • De genieter: een huurder die bewust scheef woont om een luxe leven te leiden met veel vakanties en dure spullen.
    • De zoeker: een huurder die wel wil verhuizen, maar alleen naar een kwalitatief goede woning. De zoektocht duurt hierdoor langer.
    • De wachter: een huurder die op termijn wel wil verhuizen, maar wacht op het juiste moment.

    Dure scheefwoners in sociale huurwoningen

    Dure scheefwoners in sociale huurwoningen hebben een woning met een huurprijs boven de aftoppingsgrens, waardoor ze relatief veel huurtoeslag krijgen om de woonruimte te bekostigen. Dit kost de overheid veel geld. Om dit te voorkomen is nu besloten om deze groep mensen enkel woningen aan te bieden van rond de € 600 per maand.

    Dure scheefwoners in de vrije sector

    Naast de dure scheefwoners in de sociale huurwoningen, zijn er ook dure scheefwoners in de vrije sector. Deze mensen zijn noodgedwongen in de vrije sector gaan huren, omdat ze geen sociale huurwoning konden bemachtigen. Ze houden hierdoor geen geld over in de maand en hebben moeite om de eindjes aan elkaar te knopen. Deze groep mensen heeft geen recht op huurtoeslag, omdat de huurprijs te hoog ligt.

    Aanpak scheefwonen

    Vooral goedkope scheefwoners zijn erg vervelend voor woningcorporaties. De overheid bedacht een manier om deze mensen toch te stimuleren om te gaan verhuizen en stelde een maximaal jaarinkomen in.

    Gluurverhoging en inkomensafhankelijke huurverhoging

    De corporaties hebben toestemming gekregen om inkomensgegevens op te vragen bij de Belastingdienst. Als de huurder inderdaad meer verdient dan het toegestane, maximale jaarinkomen, en het juiste inkomen opgeeft, dan mogen de woningcorporaties de huren extra verhogen boven op de jaarlijkse huurverhoging. Initieel was dit de gluurverhoging. Inmiddels spreekt men van een inkomensafhankelijke huurverhoging.


    Veelgestelde vragen

    Meer weten? Hieronder volgt een overzicht van veelgestelde vragen over scheefwonen.

    Is scheefwonen strafbaar?

    Scheefwonen is op zichzelf niet strafbaar, maar wordt maatschappelijk en politiek vaak als ongewenst beschouwd. Scheefwonen houdt in dat iemand met een relatief hoog inkomen in een sociale huurwoning woont, waarbij de huurprijs bedoeld is voor mensen met lagere inkomens. Overheden en woningcorporaties proberen dit fenomeen te beperken door middel van beleid, maar er zijn geen wettelijke straffen voor scheefwoners.

    Hoeveel huurverhoging bij scheefwonen?

    Vanaf 2022 kunnen woningcorporaties en andere verhuurders de maandelijkse huur voor huishoudens met een hoger (midden)inkomen, de zogenoemde scheefwoners, extra verhogen, met maximaal €50 of €100 per maand. Deze maatregel is bedoeld om het scheefwonen tegen te gaan. Echter, deze extra huurverhoging is niet onbeperkt en moet voldoen aan bepaalde voorwaarden en grenzen die door de overheid zijn gesteld.

    Hoelang mag je scheefwonen?

    Er is geen wettelijk vastgestelde termijn voor hoe lang je 'scheef' mag wonen. Eens toegewezen aan een sociale huurwoning, mogen bewoners in principe blijven zolang zij aan de huurvoorwaarden voldoen, ongeacht eventuele latere inkomensstijgingen. 

    Conclusie

    Scheefwonen is een belangrijk probleem op de Nederlandse woningmarkt dat de doorstroming in de sociale huursector belemmert en leidt tot langere wachttijden voor mensen met een lager inkomen. Door huurders met een hoger inkomen te stimuleren om door te stromen naar de vrije sector of koopwoningen, kan de druk op sociale huurwoningen worden verlicht.